maandag 18 januari 2010

ABVAKABO FNV geschokt: minimumloon voor arbeidsgehandicapten op de schop

Een meerderheid in de Tweede Kamer stemt dinsdag waarschijnlijk in met een wetswijziging die inhoudt dat mensen met een bijstandsuitkering die een arbeidshandicap hebben, een inkomen ónder het minimumloon krijgen wanneer ze aan het werk gaan.

ABVAKABO FNV maakt zich ernstig zorgen. “Dit is de eerste aanzet tot het onderuit halen van het wettelijk minimumloon (WML), in feite de basis van ons sociale zekerheidsstelstel”, zegt José Meijer, bestuurder van ABVAKABO FNV. “Mensen die het al moeilijk hebben op de arbeidsmarkt worden keihard getroffen.”
Staatssecretaris Klijnsma wil met de proef de komende 2,5 jaar onderzoeken of arbeidsgehandicapten die nu een bijstandsuitkering ontvangen, door de inzet van loondispensatie eerder een reguliere baan vinden. Dit houdt in dat werkgevers alleen betalen voor de productieve uren van de arbeidsgehandicapte. Voor de improductieve of onrendabele uren ontvangt de gehandicapte een aanvulling uit de uitkering.

ABVAKABO FNV verzet zich fel tegen dit voorstel. Mensen die weinig productieve uren werken en veel loonaanvulling uit de uitkering nodig hebben, krijgen straks een inkomen beneden het WML. De vakbond vindt het schandalig dat mensen een inkomen ontvangen dat lager ligt dan het WML, terwijl zij naar vermogen arbeid verrichten. Gezien de slechte economische situatie en het afnemend aantal banen acht ABVAKABO FNV de kans groot dat voor een aantal mensen uit de proef het volgende scenario waarheid wordt: men stroomt in de nieuwe systematiek in, kan vervolgens geen baan vinden bij een reguliere werkgever en komt uiteindelijk voor werk toch terecht in het SW-bedrijf. Maar tegen beduidend slechtere arbeidsvoorwaarden dan die nu gelden voor werknemers in de Sociale Werkvoorziening. Daarmee wordt de afbraak van de cao Sociale Werkvoorziening eveneens ingezet.

Ook over de termijn waaronder men onder het WML werkt, maakt de vakbond zich zorgen. Het gaat om een proef van 2,5 jaar, maar de uiteindelijke beslissing voor invoering ligt bij de partijen die na 2012 in de Kamer vertegenwoordigd zijn. De staatssecretaris wil tijdens de pilot vaststellen hoe lang iemand onder het WML mag werken. In het ergste geval is dat dus 2,5 jaar. De Tweede Kamer is er ondanks herhaaldelijk aandringen niet in geslaagd om de termijn vooraf vast te leggen. Voor de mensen die nu in de proef instromen, kan deze tijdelijke wet daarom definitieve gevolgen hebben. “Wij zullen de proef in elk geval met argusogen volgen”, zegt Meijer, “maar het blijft onbestaanbaar dat een meerderheid in de Tweede Kamer lijkt in te stemmen met een proef die mensen, die het op de arbeidsmarkt al zo moeilijk hebben, keihard treft en die de wet op het minimumloon ondermijnt.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten