maandag 6 juni 1994

Donkere wolken

Wanneer deze KABAM bij je in de bus rolt, is er waarschijnlijk nog geen nieuw kabinet. De onderhandelingen over een paarse coalitie zijn mislukt. Volgens de onderhandelaars, omdat de meningsverschillen tussen de Partij van de Arbeid en de VVD te groot bleken weaar het ging om de mate, waarin ingegrepen zou kunnen worden in de uitkeringen. De VVD wilde op grond van haar verkiezingsprogramma verlagen van de minimumuitkeringen voor de nieuwe gevallen met 10% althans gedeeltelijk in het regeerakkoord gerealiseerd zien. En dat, terwijl de onderhandelaars al waren overeengekomen, de koppeling tussen lonen en uitkeringen niet te laten doorgaan, de Algemene Nabestaanden Wet af te schaffen en toetreding tot de Werkloosheidswet alleen mogelijk te maken voor een aanzienlijk kleinere groep werknemers.

De afgelopen 15 jaren werden de uitkeringen verlaagd, maar op een sluipende manier: de koppeling ging niet door, toetredingsvoorwaarden tot verschillende sociale zekerheidswetten werden verscherpt en er werden eigen bijdragen ingevoerd (bijvoorbeeld bij het ziekenfonds). Dit leidde over langere termijn gezien wel tot een aanzienlijk koopkrachtverlies, maar zoals gezegd op een sluipende manier. Het eenvoudigweg in een keer fors verlagen van het nominale bedrag van de uitkeringen bleef tot nu toe uit. De Partij van de Arbeid wilde op deze weg voortgaan. De VVD wilde een forsere, frontale aanval op de minimale uitkeringen. Gewoon over de hele linie 5 of 10% eraf en daarna zien we wel verder. De krachten die dit willen worden steeds sterker, waarbij gezegd kan worden, dat de Vereniging van Nederlandse gemeenten met haar pleidooien voor een verlaging van de bijstandsuitkeringen tot 60% hier fors aan heeft bijgedragen. Onder leiding van een massakrant als de Telegraaf, die de resultaten van de onderhandelingen over paars niet genoeg vond, blijft de VVD zich sterk maken voor een kaalslag in de sociale zekerheid. Maar ook wetenschappers en rapporten.

De Partij van de Arbeid heeft in de onderhandelingen met de VVD haar standpunt al zeer verregaand opgerekt. De weg is nu vrij voor een coalitie van VVD, D'66 en CDA, waarin er nog een schepje bovenop wordt gedaan. Het CDA heeft al aangekondigd, dat ze liever met de VVD dan met de Partij van de Arbeid in zee gaat. D'66 komt met zo'n coalitie in een moeilijk parket, omdat ze op een andere manier wilde ingrijpen in de WAO, en uitgaande van de bezuinigingen, toch minder ver wil gaan dan de VVD. Wij zouden na de periode Lubbers en gezien de verkiezingsuitslag waarbij alleen meerderheidskabinetten van drie partijen mogelijk zijn, wel eens een periode van politieke instabiliteit tegemoet kunnen gaan, waarbij de krachten onder leiding van de VVD die pleiten voor een ministelsel steeds sterker zullen worden door nu nog in de oppositie te blijven en via de massamedia propaganda te maken voor hun standpunt, waarbij de suggestie wordt gewekt, dat wat Partij van de Arbeid en D'66 willen pappen en nathouden is, zonder dat de problemen worden opgelost. Met Bolkestein aan het roer zou dan alles anders gaan.

De Nederlandse politiek staat meer dan ooit op een kruispunt van wegen: zoeken we de "oplossing" van de financieringsproblemen in een bittere armoede voor grote groepen in de maatschappij door forse verlagingen van de uitkeringen, of gaan we een andere humane weg op, waarbij de overheid een fundamenteel andere investeringspolitiek gaat voeren. Daarbij kunnen projekten opgezet worden voor werklozen, die met behoud van uitkering zonder sollicitatieplicht arbeid kunnen verrichten, indien zij dat willen. Dit eventueel als opstapje naar een basisinkomen. De sociaaldemokratie en de vakbeweging als de FNV zullen hun defensieve vertragingstactiek niet kunnen volhouden.

Piet van der Lende.

Zeeburgereiland- een onmisbare schakel

Op dinsdag 14 juni werd door een lobby-groep uit het bedrijfs­leven een symposium gehouden over de toekomst van het Zeebur­gereiland. Op dat eiland zijn namelijk verschillende bedrijven gevestigd, die daar willen blijven, terwijl de gemeente van plan is, er woningen te bouwen. (althans volgende de voorlopi­ge plannen). Verschillende deskundigen waren uitgenodigd om hun visie te geven over de ontwikkeling van Amsterdam in het algemeen en Zeeburgereiland in het bijzonder. Wij gingen maar eens een kijkje nemen, want het symposium was gratis, dus ook toeganke­lijk voor werklozen.

Het symposium werd gehouden in het sjieke hotel Krasnapolsky. Waarom gingen wij er eigenlijk naar toe?. Amsterdam heeft grootse plannen. Er komen grootschalige miljardeninvesteringen in de regio, zoals de noord-zuid lijn van de metro, nieuw oost, uitbreiding schiphol en uitbreding van de haven in de westpoort. Uit de nota "Amsterdam naar 2005" blijkt, dat de financieringsgrond­slag voor deze investeringen krakkemikkig is. De bijdragen van het rijk zijn onvoldoende om alles te financieren. De gemeente moet hiervoor zelf diep in de buidel tasten. In "Amsterdam naar 2005" wordt aangegeven, dat er daarvoor ook bezuinigingen nodig zijn op de consumptieve uitgaven. In konreto: minder buurthuizen, bibliotheken, etc, dus de investeringen gaan ten koste van een grote groep am­sterdammers, die nu al op een minimum leven. Ook de sociale dienst zal miljoenen moeten bezuinigen in de komende jaren. Blijkbaar wordt bij al die investeringen met de groepen aan de onderkant geen rekening gehouden. Hoe verlopen besluitvor­mingsprocessen over dit soort investeringen eigenlijk, en welke argumenten worden daarbij gebruikt? Welke rol speelt de bestrijding van de werkloosheid daarin? Daarom gingen we maar eens naar dit symposium om dit van nabij mee te maken.

struktuur

Je kunt de stad beschouwen als een struktuur, waarbij er goederen en personen voortdurend de stad binnengaan, vooral forensen en eindprodukten, en andere goederen en perosnen de stad uitgaan. Weer forensen en bijvoorbeeld afval. Bij het regule­ren van deze stroom van goederen en personen moet met ver­schillende specten rekening worden gehouden: milieu, be­reik­baarheid, afstand wonen werken, leefbaarheid, etc. Er zou eigenlijk voor zo'n stedelijke regio een totaal-plan moeten worden ontwikkeld, op grond waarvan vragen worden beantwoord als: welke industrie of dienstverlening willen we in de stad hebben? Wat kan verderweg? Hoe is de verhouding tussen wonen en werken in de stad en hoe kan dit worden geintegreerd? Welke delen van de stad maken we autoluw of zelfs autovrij, etc. Ten behoeve van welke groepen creeeren we werkgelegenheid in de stad, en hoe wordt die werkgelegenheid in de vorm van bedrij­ven opgezet?. En ook: hoe kan er een evenwicht ontstaan tussen woon- en werkfuncties?

Nu blijkt het zo te zijn, dat in Am­sterdam een dergelijke totaal-visie geheel ontbreekt. Er is een ambtelijke molen, die doordraait, en waarin deelbeslissin­gen worden genomen, die niet meer kunnen worden teruggedraaid. Als voor­beeld werd oa genoemd, dat er bij het Zeeburgereiland nu al een tunnel wordt gebouwd voor een sneltram die daar zou moeten komen voor de bewoners, terwijl de bestemming van het eiland officieel nog moet worden vastgesteld!. Een van de sprekers gaf aan, dat in Amsterdam in feite visies op deelter­reinen worden ontwikkeld door gespecialiseerde afdelingen van ambtenaren, die geen rekening houden met het totaal. Integra­tie van die verschillende beleidsterreinen in een visie vindt niet plaats. Professor lambooy zei het zo: de ontwikkelingen in Amsterdam zijn zodanig dat deze stad in feite niet een structuurplan heeft voor de ekonomie. De ekonomie is onderdeel van de ruimtelijke plannen. Er is geen ruimtelijk ekonomisch plan waarin, uitgaande van ekonomische functies, en de logis­tieke analyses, een behoeftenlijstje is opgezet. Vaak wordt ad-hoc per gebied gewerkt of het wordt helemaal afhankelijk gemaakt van woningbouw. Deze eenzijdige gerichtheid van het amsterdamse beleid op woningbouw versterkt ook effecten in het kader van het marktmechanisme: de woonfunctie in de binnenstad overvleugeld de werkfunctie, en vedringt deze, omdat door de grote vraag naar woningen er voor een vierkante meter wonen inmiddels op sommige plaatsen meer betaald wordt dan voor een vierkante meter kantoor. Daarom worden bedrijven door partiku­liere woningen verdrongen. Bedrijven willen echter graag in de binnenstad zitten: aan de rand van Amsterdam, waar veel be­drijven naartoe verhui­zen, is kantoorruimte over, in de bin­nenstad is een groot tekort aan kantoorruimte. Door het am­sterdamse beleid en de werking van het marktmechanisme worden werken en wonen nog steeds sterk gescheiden, hetgeen weer gevolgen heeft voor de vervoersstromen.

De lobby van het bedrijfsleven speelt handig op deze situatie in. Bedrijven of groepen van bedrijven proberen met verschil­lende argumenten erdoor te drukken, dat met hun specifieke bedrijfsbelangen rekening wordt gehouden. Zo zeggen de bedrij­ven die nu op het Zeeburgereiland zitten en die daar willen blijven: "Nieuw Oost komt er toch, evenals allerlei snelwegen, trams en spoorverbinden en de ontwikkeling van de IJ-oevers, dan is het zeeburgereiland in dit geheel een steeds belangrij­ker knooppunt, waar bedrijven gevestigd moeten zijn, dichtbij de stad, die afval verwerken, bouwmaterialen aanvoeren en rioolwater zuiveren". Terwijl over al die projekten nog moet worden beslist!. Zo spelen de bedrijven dus handig in op de nauwelijks te beinvloeden ambtelijke doorloop. Maar ook chan­tage wordt niet geschuwd: "als wij moeten verhuizen, dan gaan we ver weg, en dan kost dat 60 miljoen, en dat konden we wel eens gaan verha­len op de gemeente Amsterdam, we eisen in ieder geval schade­vergoeding, en als we mogen blijven zitten, inves­teren we veel in nieuwe ontwikkelingen ter plaatse.

Zo ontstaat er in mijn ogen een congsi van lobbyende bedrij­ven, amtenaren en politici, die beslissingen nemen op deelter­reinen, waarbij niemand een totaal-overzicht heeft.
Het kersverse gemeenteraadslid A Bijlsma van de Partij van de Arbeid geeft dit ook toe. Hij bracht oa het volgende naar voren: "Ik vind dat voor elke belangrijke uitbreiding of belangrijke wijziging van bestemming een milieu-effect rappor­tage moet worden ge­maakt. Dat moet een rapport zijn waarin alternatieven naast elkaar worden gezet. Voor mijn gevoel ontbreekt dat er tot nu toe vaak aan. Voor Nieuw Oost is wel zo'n rapportage gemaakt, maar de alternatieven zijn nooit in een breder kader afgewogen." Doet Blijlsma een frisse wind waaien in de amsterdamse gemeentepolitiek? Ook hij lijkt zich neer te leggen bij de voldongen feiten poli­tiek. "Het verve­lende is natuurlijk dat we de komen­de maanden een aantal belangrijke beslissingen nemen die de zaak tot 2005 vastleg­gen. Het gaat met name om grote investe­ringen in het kader van de VINEX ".

De conclusie kan luiden, dat de ekonomische ontwikkeling van de regio Amsterdam ondergeschikt gemaakt is aan de ruimtelijke ontwikkeling, waarbij een soort ad-hoc beleid wordt gevoerd: we kijken waar bedrijven zich vestigen, en gaan dan nadenken over wat we daarmee doen, of er wordt op grond van niet-ekono­mische overwegingen ergens een bedrijfsterrein gepland. (een voorbeeld daarvan is volgens mij ook de IJ-markt). Vanuit ekonomisch oogpunt gezien zijn de miljardeninvesteringen die amsterdam aan het plannen is slecht onderbouwd en de werkge­legenheid lijkt al helemaal een ondergeschikte rol te spelen, ondanks fraaie woorden in beleidsnota's waar men het tegendeel poogt aan te tonen. Het gemeentebeleid is een rommelig zooitje en met name de Amsterdammers, die op een minimum leven, zijn hiervan de dupe. 

Piet van der Lende.